Nu ik 36 jaar geleden terug naar “Noord” kwam, durf ik me weer Noorderling te noemen. Tenslotte waren het mijn ouders die eind 1959 het Texelplein verlieten om in (nog meer) licht, lucht en vooral ruimte te gaan wonen in Nieuw West.
Was mijn moeder ècht in Noord geboren, in een soort kelderwoning aan de Nieuwendammerdijk, 1929, mijn vader, een jaar ouder, kwam in datzelfde jaar met zijn ouders, drie oudere broers en één zus uit de Goudsbloemstraat naar de Weegbreestraat. Vreemd genoeg ontmoetten ze elkaar in 1946 of 1947 op de Dam. Wat ze daar nou te zoeken hadden….
Mijn moeder’s vader was in 1917 naar de nog zelfstandige gemeente Buiksloot gekomen om als wegwerker te beginnen bij de NZH. Mijn andere opa was kunstgranietwerker, al heb ik alleen een prachtige foto van hem waar hij, in de jaren ‘30 op de Kamperfoelieweg zelfgemaakt (door mijn oma) ijs verkoopt. Weinig handel in kunstgraniet in de crisisjaren denk ik.
Mijn ouders trouwden op 2 mei 1951, vrijwel meteen nadat mijn vader 20 maanden had gediend in het nu onafhankelijke Indonesië. Bij zijn thuiskomst was de hele Weegbreestraat versierd.
In 1952 kwam ik ter wereld, in 1954 mijn zus Hetty. Mijn ouders woonden in bij mijn opa, weduwnaar vanaf 1937 – mijn oma was nog voor haar 40e levensjaar gestorven – hèt grote verdriet van mijn moeder’s jeugd. Gelukkig was haar oudere zus Rie als een tweede moeder voor haar. Zij bleven hun leven lang innig met elkaar verbonden. De woning aan het Texelplein 12 was ruim en had een mooie achtertuin, die ook nog eens aan ‘het laantje’ lag, de verbinding tussen alle huizen van Texelplein en Texelweg.
Maar in 1959 vond Maatschappelijk Werk dat mijn ouders op zichzelf moesten wonen, en boden een schitterende flat aan in Overtoomse Veld. Omdat twee broers al in Slotermeer en Slotervaart woonden, aarzelden ze niet en vertrokken, december 1959, verhuiswagen op de pont, dwars door de stad naar Het Beloofde Land. In die wagen stond ook de piano. Het is beslist niet waar dat mijn vader op de pont die piano bespeeld heeft, maar hij was er zeker toe in staat.
In West voelden we ons thuis – beneden – èn bovenburen kwamen ook uit Noord! Toch bleef Noord, zolang mijn grootouders en tante Rie daar nog woonden onze natuurlijke habitat. Ik kon niet wachten om me als tienjarige te melden bij De Volewijckers, waar mijn vader en oom Rinus ook gespeeld hadden. Onze club speelde Eredivisie dus status genoeg!
Decennia later….
In 1985 werd ik benoemd als filiaalhoofd van bibliotheek Hagedoornplein en fietste ik dagelijks van mijn tussenwoning aan de Marnixkade naar Noord. In 1989 kreeg ik de leiding over bibliotheek Waterlandplein. Ik was weer helemaal thuis: in 1980 was de laatste band doorgesneden toen ik stopte met voetballen bij De Volewijckers. Een jaar later zochten mijn vriendin, nu mijn echtgenote, en ik woonruimte, en de keus was Noord of de Bijlmer. Geen moeilijke keus, begrijpt u nu. In datzelfde Noord herhaalde de geschiedenis zich: onze twee zonen zijn er geboren. Helaas zijn ze in 2020 en 2022 naar, jawel, Nieuw West verhuisd. Kortom: die komen nog wel terug.
Mijn voorgeschiedenis – mijn familie, gezin, werk, hobby – is de aanleiding voor een maandelijks blog over leven en lezen in Noord. Ik neem u mee op een tocht langs schrijvers uit Noord uit heden en verleden. Maar ook langs bibliotheken, boekhandels en voetbal. Het is allemaal met elkaar verknoopt. U gaat stukken lezen over Sal Santen, Christine Otten, Jan Donkers, Marjolein van Heemstra, Simon Vinkenoog, Johnny van Doorn, Oscar de Wit en Hendrik Groen. Wie weet komen Massih Hutak en Chris Keulemans ook voorbij. Of Bas Kok. Simon Vestdijk wellicht, je weet maar nooit. En dat Annie M.G. Schmidt ooit in bibliotheek Meidoornplein werkte; die bibliotheek die in 2023 honderd jaar bestaat – al heet hij nu OBA Van der Pek. Daarover leest u regelmatig een Blog van mijn hand. Veel plezier ermee!
Leo Willemse, 20 mei 2022
Lees hier alle blogs van Leo