Blog: Leo leest #8: Aafke Steenhuis

Waarschijnlijk zijn dit de eerste zinnen van Aafke Steenhuis in boekvorm over Noord: 

“Ik ben vergeten hoe de oorlog is geëindigd.” Die woorden klinken na terwijl ik in de schemer langs het rietland en de loodsen naar het water loop. Het waait hard. Donkere golven slaan tegen een zwart schip uit Rusland. Er vaart een driftig sleepbootje voorbij. Het IJ is alle wateren, denk ik, en moet lachen omdat die gedachte altijd bij me opkomt als ik bij het IJ sta. Het IJ en de Aa en de Ee en de Ie: het heeft allemaal te maken met aqua, water. Ik hou van de ongedurigheid van het IJ. De haast van vroeger is voorbij, maar de onrust niet. (Piëta, in: Het meer van verhalen, 1999)

Het komt door dat woord ‘rietland’; ik zou geen andere plek aan het IJ weten waar rietland voorkomt.

Aafke Steenhuis op de redactie van de Groene Amsterdammer (via Ons Amsterdam)

Aafke Steenhuis, geboren ‘aan het slingerende Damsterdiep bij Delfzijl’, opgegroeid in Zuidhorn en Groningen, komt na haar studie met haar man Jan Joost Teunissen naar Amsterdam, een woonboot aan de Amstel. Gelukkig voor Noord blijft ze daar niet lang, want in 1982 fietst ze “in zachte regen en landgeuren naar Durgerdam. Het oude Groningse plattelandsgevoel. Er staan drie huizen te koop in Durgerdam.” Het begint te trekken, Noord. Eerst nog in 1984 een zomerhuisje aan het Kinselmeer kopen, en dan: “Over het huis op Nieuwendammerdijk, niet ver van ons zomerhuisje, worden we steeds enthousiaster.” In maart 1985 is het in dubbel opzicht zover: “De eerste bewegingen van het kind voelde ik op de dag van de verhuizing. We zaten op het schip champagne te drinken, voor we met het busje van Max met onze spullen naar de Nieuwendammerdijk zouden rijden.”

Een nieuw leven begint, op diezelfde plek: “Een houten, Zaans dijkhuis ( ). Daar wonen we nog steeds.”

(Afbeelding: Het woonhuis van Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen (in de deuropening) aan de Nieuwendammerdijk. De aquarel is van haar eigen hand. Bron: Ons Amsterdam.)

Aafke was al een productieve vrouw, journaliste bij De Groene Amsterdammer, met ook voor mij baanbrekende boeken als Denken over liefde en macht, interviews met feministen als Kate Millett en Andreas Burnier, samen met Kiki Amsberg. Gevolgd door In de cakewalk, gesprekken met internationale schrijvers. Maar in Noord komt ze helemaal los! Een prachtig samengesteld document  onder de wat misleidende titel De wereld als voorstelling en wil: Meisjesdagboeken 1956-1969 van drie Groningse meisjes, en het al genoemde Het meer van verhalen. Daarin komt trouwens op de eerste pagina niet alleen de Amstel ‘langs’, maar ook haar passie voor fietsen en schaatsen. Plus een vluchtige kennismaking met Noord: ”De iele bogen van de Schellingwouderbrug staken af tegen een lichte hemel. Een golvende ijsvlakte onder me.” Vervolgens bestelt u bij de boekhandel (of u vraagt een bezoek aan bij Aafke’s atelier) het wonderschone Winter in Waterland, een schaatshooglied (2012). Zelfs voor iemand die nauwelijks kan schaatsen een ultieme beleving, nu met tekeningen van Aafke er bij. Heel romantisch ook, dat boek: “Kijk, mijn geliefde. Daar schaatst hij over de sloten van Waterland, glijdend over Dieën en Aeën, snel als een gazelle. Mijn geliefde hoort bij mij en ik, die bij hem schaats, hoor bij hem.”

Maar eerst moet ze Groningen en haar verleden in Chili van zich afschrijven, zoals in Stemmen van Groninger dijken en Windjammers in Delfzijl: de route van de chilisalpeter. Ik ben nooit iemand van boten, zeilen, varen geweest. Zeeziekte was altijd een vast onderdeel van welke waterreis dan ook. De Groninger dijken daarentegen heb ik aan de hand van dat eerstgenoemde boek verkend op de meest stormachtige Pasen mogelijk; een overweldigende ervaring.

En dan, na Verhalen van het Groninger Ommeland en een alweer schitterend geïllustreerd boek over de Eems, is Noord ‘aan de beurt’.  Aafke heeft al die jaren door Noord gefietst, en daarover in haar dagboek geschreven en getekend, ze heeft gesproken met bewoners van Noord, ze blijft tenslotte journalist, en dat moèt eruit. We zijn weer bij het begin van dit boekenblog: De magie van het IJ: panorama Amsterdam Noord (2015). Het is een magnifieke weergave in tekst en illustraties van het Noord van nù, eindelijk, na het al even belangrijke en mooie Zo dicht bij Amsterdam (1996/2007)van Jan Donkers. Natuurlijk, Bas Kok liet ons in 2013 zien dat Amsterdam eigenlijk in Noord is ontstaan, Oerknal aan het IJ, maar Aafke graaft bijna nòg dieper. Lees het hoofdstuk Het gat van Waterland, en u weet genoeg. 

Het is moeilijk voor me dit blog af te sluiten, want ik moet kiezen uit twee eindes: De opening, Ode aan het IJ, brengt ons weer terug bij Het meer van verhalen, of Zomers fietstochtje door Noord, dat de fietser ook zo gelukkig maakt.

Aafke redt me. De laatste regels van Magie verwijzen terug naar de eerste: 

Voor ik naar huis ga, fiets ik nog even naar het IJ. 

Daar vaart vrachtschip het Vertrouwen-

schuimende golven voor de boeg.

Daar een diepgeladen binnenvaartschip, de Hoop.

Op de steiger zitten verliefde stellen 

en boven het water zeilen blinkende wolken.

Het IJ is een glanzend plein 

in het midden van de stad.

Dat glanzende plein zie ik dagelijks in mijn woonkamer.

Leo Willemse, september 2023

Lees hier alle blogs van Leo

(zie ook: www.aafkesteenhuis.nl )